ID.nl logo
Karnemelk in je badkuip? 5 huismiddeltjes voor een blinkend bad
© whyframeshot - stock.adobe.com
Huis

Karnemelk in je badkuip? 5 huismiddeltjes voor een blinkend bad

Vaak ben je na het nemen van een bad zo rozig dat je het liefst je bed in duikt. Het poetsen en drogen van de badkuip schiet er daardoor bij in en voor je het weet is dat ook goed te zien. Ziet jouw bad er geel, smoezelig en verre van wit uit? Tijd om in actie te komen!

Dit artikel in het kort: Voortaan doen: meteen schoonspoelen en drogen | Vijf middeltjes uit je voorraadkast om je bad mee schoon te maken: 1. Azijn, 2. Citroen, 3 Karnemelk, 4. Wasmiddel, 5. Baking Soda.

Lees ook: Zo krijg je roestvrijstalen en chromen kranen weer schoon en glanzend!

Voortaan doen: meteen schoonspoelen en drogen

Het allerlekkerst badder je natuurlijk in een schoon bad. Dit krijg je eenvoudig voor elkaar door na elk bad even de handdouche aan te zetten en het bad schoon te spuiten. Pak meteen de kraan en kitranden mee en droog alles meteen goed af met een handdoek. Kost je een paar minuten, maar alle zeepresten zijn weg en kalk en schimmel krijgen geen enkele kans.

Heb je het bad een beetje laten versloffen, dan is er natuurlijk nog niets aan de hand. Probeer niet meteen met speciale badkamerreinigers aan de slag te gaan en vermijd sowieso schuurmiddelen en -sponsjes: er zijn milieuvriendelijke(re) middelen die je waarschijnlijk al in huis had en die ook prima helpen.

1. Azijn

Azijn is goedkoop en effectief en mag je bij een acryl en geglazuurd bad gebruiken. De moeite waard om te proberen dus. Spoel eerst de badkuip even schoon met de handdouche, haal alle viezigheid uit het putje en doe daarna de stop dicht. Vul het bad met een laagje water met daarin witte azijn of schoonmaakazijn en laat het een half uur intrekken. Zitten er ook gele vlekken op de rest van het bad, dan kun je een plantenspuit vullen met azijn en de vlekken inspuiten. Even een minuut of 30 laten intrekken, schoonmaken met een zachte spons en naspoelen.

Altijd handig!

Shop een plantenspuit die je badkamer opfleurt!

2. Citroen

Een alternatief voor azijn is citroen, dit helpt minstens zo goed en ruikt heerlijk fris. Citroensap is ook nog eens een effectief middel tegen kalk, dus ook je kranen kun je meteen meenemen in het schoonmaakritueel. Voor je het weet is het bad weer wit en de badkraan blinkend schoon.

©Ogura jun

3. Karnemelk

Nog zo’n onverwacht wondermiddel is karnemelk: wrijf er je gelige bad mee in en voor je het weet is de badkuip weer wit. Giet hiervoor een flinke scheut karnemelk in het bad, wrijf het goed in met een zacht schoonmaaksponsje en spoel het met de handdouche even na. Daarna een droge doek eroverheen en klaar.

©andregric

4. Wasmiddel

Waspoeder of vloeibaar wasmiddel heb je zeker in huis en je krijgt er niet alleen je kleding mee schoon. Vul het bad met warm water, gooi of strooi er een flinke scheut wasmiddel bij en laat het een nachtje intrekken. Ook vloeibare groene zeep en Dreft worden getipt als tovermiddeltjes voor de badkuip.

©Racamani - stock.adobe.com

5. Baking soda

Natuurlijk mag baking soda niet in dit rijtje ontbreken: deze alleskunner maakt ook jouw bad weer witter dan wit. Strooi wat soda op een vochtig sponsje en wrijf hiermee over de vlekken. Laat de aanslag zich niet zomaar verwijderen? Maak dan een papje van warm water en wat soda, breng het aan op het bad en laat het zeker een half uur inwerken. Daarna kun je het met een schone microvezeldoek wegpoetsen en naspoelen met koud water.

©chandlervid85 - stock.adobe.com

🛁Jouw badkamer professioneel laten renoveren? Vraag de vrijblijvende enquête aan!

Vraag een offerte aan voor badkamers:

▼ Volgende artikel
Slimmer wassen: deze functies maken je nieuwe wasmachine nét even handiger
© Family Veldman
Huis

Slimmer wassen: deze functies maken je nieuwe wasmachine nét even handiger

Natuurlijk kijk je naar de capaciteit en het energielabel als je een nieuwe wasmachine zoekt. Past je dekbed erin? En hoeveel verbruikt 'ie per wasbeurt? Toch zijn dat allang niet meer de enige zaken om op te letten. Moderne wasmachines zitten vol extra's die wassen makkelijker maken, en soms zelfs een beetje leuker. Wifi, stoom, automatische dosering of juist een fluisterstille motor: dit voegen die functies toe aan jouw huishouden.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Bemmel & Kroon

Bij het kopen van een nieuwe wasmachine zijn er een paar dingen waar vrijwel iedereen als eerste naar kijkt. Bovenaan staat de trommelcapaciteit. Die bepaalt hoeveel kilo wasgoed je per beurt kunt wassen. Een klein huishouden heeft meestal genoeg aan 7 kilo, terwijl grotere gezinnen vaak kiezen voor een model met 9 kilo of meer. Het tweede punt is het energielabel. Een zuinige wasmachine met label A verbruikt minder stroom en water, wat niet alleen beter is voor het milieu, maar ook voor je energierekening op de lange termijn.

Ook het toerental speelt een belangrijke rol. Hoe hoger dit aantal omwentelingen per minuut – bijvoorbeeld 1400 of 1600 – hoe droger je was uit de machine komt. Dat is handig als je geen droger hebt, of gewoon minder tijd wilt kwijt zijn aan het drogen. Daarnaast letten veel mensen op het geluidsniveau. Zeker als de wasmachine dicht bij de woonkamer of slaapkamer staat, is een stille werking prettig.

Tot slot zijn de beschikbare programma's en extra functies vaak doorslaggevend. Denk aan programma's voor sportkleding, wol of allergieën, of slimme toevoegingen zoals automatische dosering van wasmiddel of een stoomfunctie. Hoe beter de functies aansluiten op je dagelijkse wasroutine, hoe fijner de machine in de praktijk werkt. Hieronder lees je meer over slimme functies die je kunt tegenkomen op je nieuwe wasmachine en waarom ze zo handig zijn.

Wasmachines met wifi: altijd verbonden, altijd controle

Een wasmachine met wifi biedt vooral gemak. Je hoeft niet meer op te staan om te checken of de was al klaar is, want dat zie je gewoon op je smartphone of tablet. Programma's starten, pauzeren of aanpassen doe je waar je ook bent: vanaf de bank, op je werk of onderweg naar huis. Dat scheelt tijd en zorgt ervoor dat je de was kunt plannen rond jouw dag, niet andersom. Bijvoorbeeld door 's ochtends vroeg het programma alvast klaar te zetten en het pas te starten wanneer je op kantoor bent.

Slimme modellen met wifi laten je ook kiezen voor het voordeligste moment om te wassen, bijvoorbeeld tijdens daluren als stroom goedkoper is. Zo bespaar je ongemerkt energie. Daarnaast houdt de app vaak bij hoeveel stroom en water je verbruikt, en krijg je suggesties om zuiniger te wassen. Sommige modellen gaan nog verder en kiezen automatisch het programma dat het beste past bij je kleding. Zo wordt alles fris en schoon zonder dat tere stoffen beschadigen. Extra functies zoals stoom of vlekkenbehandeling zijn eenvoudig aan of uit te zetten via de app. Dat maakt wassen nauwkeuriger en persoonlijker dan ooit.

©ryanking999

Stoomfunctie: minder strijkwerk, meer hygiëne

Wie het strijkijzer liever in de kast laat liggen, heeft baat bij een wasmachine met stoomfunctie. Dankzij stoomtechnologie komt kleding minder gekreukt uit de trommel. Overhemden, blouses of katoenen jurken kun je vaak meteen ophangen, zonder dat je met een strijkplank aan de slag hoeft. Maar de voordelen gaan verder dan alleen gemak.

Stoom maakt wassen namelijk ook hygiënischer. Het dringt diep door in de vezels en doodt bacteriën, pollen en huisstofmijt – handig als je een gevoelige huid hebt of last van allergieën. Ook muffe kleding die niet echt vies is, krijgt een opfrisbeurt. Denk aan een jasje dat je aan hebt gehad in de kroeg, of een trui die lang in de kast heeft gehangen en die wat muf ruikt. Door kort te stomen is je kleding snel weer draagbaar.

Automatische wasmiddeldosering: nooit meer gokken

Hoeveel wasmiddel is genoeg? Veel mensen schenken op de gok een flinke scheut in het bakje, met als resultaat overdosering, zeepresten op kleding of juist te weinig schoonmaakkracht. Wasmachines met automatische wasmiddeldosering lossen dat probleem op. Je vult een reservoir met vloeibaar wasmiddel en eventueel wasverzachter, en de machine meet zelf wat er nodig is voor elke lading was.

Dit is niet alleen beter voor je kleding – die slijt minder snel en blijft langer mooi – maar ook voor je portemonnee. Je verbruikt namelijk nooit meer dan nodig. Ook fijn: je hoeft niet bij elke wasbeurt iets toe te voegen. Vaak gaat een volle tank twintig tot veertig wasbeurten mee. Dat scheelt gedoe, voorkomt verspilling en zorgt voor een constante waskwaliteit zonder dat je ergens over hoeft na te denken.

©AEG

Superstille wasmachines: wassen zonder lawaai

Wasmachines met een laag geluidsniveau zijn ideaal voor wie zijn wasmachine in de buurt van de woon- of slaapkamer heeft staan. Een model dat tijdens het centrifugeren 73 decibel of minder produceert, valt in de categorie 'stil'. Maar wie écht stil wil wassen, kiest voor een model dat maximaal 70 decibel haalt. Dat verschil lijkt klein, maar is duidelijk hoorbaar. Elke 3 decibel extra verdubbelt namelijk de geluidsintensiteit.

Deze extra stille wasmachines zijn meestal uitgerust met een koolborstelloze motor, die nauwelijks geluid maakt. In plaats van borstels gebruikt de motor een magneetsysteem om de trommel te laten draaien. Dat scheelt wrijving én lawaai. Je kunt dus gerust een was draaien terwijl je slaapt of in een videocall zit. Ook als je gebruik wilt maken van het nachttarief, zonder dat je wakker ligt van het centrifugeren, is zo'n stille wasmachine een slimme keuze.

Tot slot

Wassen is allang niet meer gewoon een kwestie van aanzetten en wachten. De functies die je tegenwoordig kunt kiezen, maken het verschil tussen 'was erin en maar zien' en gericht, zuinig en stil wassen op jouw voorwaarden. Of je nu op zoek bent naar minder strijkwerk, een stiller huishouden, energiebesparing of vooral gemak via je smartphone: deze functies maken je leven echt makkelijker.

▼ Volgende artikel
(Extra) vriezer in je schuur of garage? Dit moet je weten
© ID.nl
Huis

(Extra) vriezer in je schuur of garage? Dit moet je weten

Een extra vriezer in de garage of schuur is voor veel mensen een uitkomst. Toch is het niet altijd een kwestie van stekker erin en klaar. Niet elke vriezer werkt goed bij lage temperaturen, en ook de plek waar je hem neerzet maakt uit. Waar moet je op letten als je een vriezer in een onverwarmde ruimte wilt zetten, lees je hier.

Vrieskast of vrieskist?

Als je op zoek bent naar een vriezer, heb je grofweg twee opties: een vrieskast met een deur aan de voorkant of een vrieskist die je van bovenaf opent. Vrieskisten zijn doorgaans iets energiezuiniger dan vrieskasten. Dat komt doordat koude lucht zwaarder is dan warme lucht en bij het openen van een vrieskist grotendeels in de kist blijft hangen, terwijl bij een vrieskast de koude lucht makkelijker naar buiten stroomt zodra je de deur opent. Het voordeel van een vrieskist is dus dat je er minder energie mee verbruikt. Een vrieskast is dan weer praktischer in het dagelijks gebruik: je ziet in één oogopslag wat erin ligt en je kunt er makkelijker snel even iets uit pakken.

Kies de juiste maat en het juiste type

Vriezers voor in de schuur zijn er in allerlei formaten, van kleine modellen van 100 liter tot enorme kasten van 500 liter of meer. Kies een vriezer die past bij wat je van plan bent ermee te doen – deze zomer én daarna. Ga je 'm vooral gebruiken als extra opslag tijdens barbecues en vakanties, dan hoeft hij niet al te groot te zijn. Een te ruime vriezer verbruikt namelijk onnodig veel energie, zeker als hij grotendeels leeg blijft. Let bij de aanschaf ook goed op het type (hierboven las je daar al meer over). Een vrieskast neemt minder ruimte in beslag op de vloer en is overzichtelijker, terwijl je in een vrieskist juist makkelijk grotere hoeveelheden kwijt kunt en etenswaren goed kunt stapelen. Kies bij voorkeur een model met meerdere laden of vakken, zodat je snel terugvindt wat je zoekt. Kijk tot slot naar het energielabel. Modellen met energielabel A zijn het zuinigst. Ze zijn vaak iets duurder in aanschaf, maar die extra kosten verdien je op termijn terug via een lagere energierekening. Vraag ernaar in de winkel of vergelijk online.

Kan elke vriezer zomaar in elke schuur of garage?

Nee, niet elke vriezer kun je zomaar in een onverwarmde schuur of garage neerzetten. Het is belangrijk dat de omgevingstemperatuur niet lager wordt dan waar de vriezer voor ontworpen is. Dit staat aangegeven via de klimaatklasse. De meeste standaardvriezers (met klasse SN, SN-T of SN-ST) werken pas goed vanaf 10 °C. Die zijn dus alleen geschikt voor een goed geïsoleerde schuur. Wordt het bij jou niet kouder dan 0 °C? Dan kun je kiezen voor een vriezer die een minimale omgevingstemperatuur van 0 °C aankan. Voor onverwarmde ruimtes waar de temperatuur in de winter tot -15 °C kan zakken, zijn er speciale modellen beschikbaar. Die blijven ook bij die temperaturen betrouwbaar doordraaien, zonder dat je hoeft te isoleren. Staat er géén geschikte klimaatklasse vermeld of is de ondergrens hoger dan de temperatuur in je schuur? Zet de vriezer dan liever binnen – anders loop je het risico dat hij niet goed meer vriest of zelfs stukgaat. Goed om te weten: op een goede witgoedsite kun je doorgaans filteren op de geschiktheid voor plaatsing in schuur of garage.

Waar en hoe zet je hem neer?

De plek waar je de vriezer in de schuur of garage neerzet, maakt veel uit voor een goede werking. Zet hem op een stabiele, waterpas ondergrond zodat hij niet gaat trillen of lawaai maakt tijdens het vriezen. Vermijd plekken direct naast een warmtebron zoals een cv-ketel, maar zet de vriezer ook niet vlak bij een koude buitendeur. De ideale omgevingstemperatuur ligt tussen de 10 en 15 graden. Zorg dat er rondom voldoende ruimte is voor ventilatie. Laat aan de achterkant minstens 10 centimeter vrij, zodat de warme lucht goed weg kan. Controleer of er een stopcontact in de buurt zit. In garages is dat meestal geen probleem, maar in een schuur kan het ontbreken. In dat geval kun je het beste een stopcontact laten aanleggen op een veilige plek. Gebruik liever geen verlengsnoer.

Aansluiten en installeren

Sluit de vriezer eerst aan op het stopcontact voordat je begint met inruimen of afstellen. Controleer in de handleiding of hij ingesteld staat op minimaal -18 graden Celsius – dat is de aanbevolen temperatuur voor veilig invriezen. Stel daarna de pootjes bij zodat de vriezer waterpas staat. Dat is niet alleen beter voor de werking, maar helpt ook om energieverbruik te beperken. Wil je extra zekerheid? Dan kun je de vriezer met een muurbeugel verankeren. Zeker bij modellen met zware, volle laden voorkomt dat dat het apparaat kantelt. Let op: plaats de vriezer niet in een onverwarmde schuur waar het 's winters kan vriezen. Bij temperaturen onder nul werkt de compressor minder goed of juist te hard, wat leidt tot slijtage en een hoger energieverbruik. Kies in dat geval liever voor een vriezer die speciaal geschikt is voor lage omgevingstemperaturen.

©qwartm - stock.adobe.com

Ontdooien en schoonmaken

Veel vriezers zijn tegenwoordig uitgerust met een no-frostsysteem dat ijsvorming automatisch tegengaat. Toch is het slim om de vriezer een paar keer per jaar handmatig te ontdooien. Zo blijft hij efficiënt werken en verbruik je niet onnodig stroom. Trek hiervoor de stekker uit het stopcontact en haal alle producten eruit. Zet die tijdelijk in een andere vriezer of bewaar ze in een koelbox met koelelementen. Laat de vriezer daarna rustig ontdooien. Je kunt het proces versnellen door een bakje heet water in de vriezer te zetten en de deur dicht te doen, maar giet nooit heet water direct op de wanden – dat kan schade veroorzaken. Vang het smeltwater op met doeken of een opvangbakje. Droog de binnenkant goed af en sluit de vriezer weer aan. Maak meteen ook de binnen- en buitenkant schoon met een zachte doek en een mild schoonmaakmiddel. Vermijd agressieve middelen en schuursponsjes, die kunnen het oppervlak beschadigen.

OSZAR »